zondag 22 december 2013

Het verhaal van een langzitter… Svenja (deel 6)

Het asiel waar ik als vrijwilliger werk heeft een anti-inslaapbeleid. Er worden dus geen dieren ingeslapen alleen omdat ze ‘te bang’ zijn of ‘te lang’ in het asiel zitten. Gelukkig maar. De keerzijde daarvan is natuurlijk wel dat we altijd een aantal honden of katten hebben zitten die al heel lang op een warm thuis wachten. Zoals Svenja (onlangs geplaatst!), Diza (onlangs geplaatst!), Pino en Bontje. De vier katjes die al meer dan een jaar in het asiel wonen. Echt geen enorm vervelende exemplaren. Integendeel. Het zijn stuk voor stuk lieve katten. Alleen een tikje eigenzinnig misschien. ;-) Maar dat maakt ze naar mijn mening nou juist zo leuk. Waarom ze er dan al zo lang zitten? Geen idee. Echt niet. Gewoon domme pech denk ik soms wel eens. Dus misschien helpt het ze wel als ze zelf hun verhaal kunnen vertellen. Van de periode voor ze in het asiel terecht kwamen, weten we vrijwel niets. Dat deel is dan ook gebaseerd op redelijke aannames en een beetje fantasie. J 

Het woord is aan Svenja

Svenja is een beeldschone lapjesdame. Ze op 13 augustus 2012 in het asiel terecht gekomen, samen met haar 5 kleintjes. Haar geboortedatum is geschat op 21 augustus 2009. Svenja vertelt zelf haar verhaal.



In de weken die volgden, had ik het druk. Mijn baby’s groeiden als kool. Logisch ook, want drinken dat ze deden! Wow. Om de paar uur meldden ze zich. Soms niet allemaal tegelijk en dan lag ik – voor mijn gevoel althans – bijna 24 uur aan één stuk door met één of twee hummels aan mijn buik. Het leven van een moeder gaat niet over rozen. :-) In de spaarzame minuten dat ze eindelijk alle vijf met volgegeten buikjes lagen te slapen, ging ik er snel op uit om voor mezelf wat te eten te regelen. Erg kieskeurig kon ik daarbij niet zijn, ik wilde tenslotte zo snel mogelijk weer terug naar mijn holletje met kostbare inhoud. Over mijn lijn hoefde ik me in elk geval geen zorgen te maken. Die was weer bijna als vanouds. In de afgelopen weken waren al mijn nieuwe vrienden langs gekomen. Op kraamvisite. Bonzo was zich een hoedje geschrokken toen hij de kleintjes had zien liggen. Hij had me gemist, zei hij, en kwam kijken of alles in orde was. ‘Vandaar die dikke buik’ stamelde hij. Toen hij van de eerste schrik bekomen was, was hij echter door het dolle heen. Volgens mij heeft hij wel tien rondjes rond de bosjes gerend en alleen maar geroepen ‘ik ben papa!’. Ik moest lachen om zijn enthousiasme. Natuurlijk was hij op slag verliefd op de vijf hummels. Vooral van het kleine zwarte manneke kon hij zijn ogen niet afhouden. ‘Die lijkt precies op mij’ zei hij trots. ‘Zie je hoe lang zijn pootjes nu al zijn? En zijn staart? En zijn oren? Die wordt zeker minstens net zo groot als ik! Hij is echt heel knap hè?’ Ja, Bonzo… hij is echt heel erg knap. ;-) Maar zoals het een echte papa betaamde, ratelde hij vervolgens minutenlang door over de overige vier baby’s. De één werd beslist een fotomodel, de ander kampioen muizenvangen of de grote leider van zijn eigen kattenkudde. Bonzo raakte er niet over uitgepraat. Natuurlijk was Tika een heel stuk minder onder de indruk. Ze wees me alleen maar op de gevaren en de extra zorgen. Pfff. En Bandit en Kees leek het allemaal niet zo veel te doen. ‘Wacht maar’ zei Bonzo ‘totdat ze zelf vader worden. Dan piepen ze wel anders. Vrijbuiters zijn het. Flierefluiters!’ Ik grinnikte, hoe kwam Bonzo ineens zo volwassen? Ach, het maakte mij allemaal niet zo veel uit. Ik was dolgelukkig met mijn vijf perfecte hummels.

Het enige dat me wel wat zorgen baarde, was het vinden van een thuis. Ik had veel te weinig tijd gehad om mijn plan goed uit te voeren. Ik had me heel vaak aan de mevrouw van de witte jongen willen laten zien, maar het was me in de afgelopen weken maar een paar keer gelukt. Ik moest haar ook duidelijk maken dat ik baby’s had. Dat was het meest riskante deel van de hele operatie. Het ergste wat er kon gebeuren, was dat ze mij zou vangen en dat ik niet meer naar mijn kleintjes toe kon gaan. Dat moest ik koste wat het kost zien te voorkomen. Maar hoe? Ik moest in elk geval heel voorzichtig te werk gaan. Ook al begon de tijd wel een beetje te dringen…

Een paar dagen later besloot ik de stoute schoenen aan te trekken. De dag ervoor had ik de mevrouw van de witte jongen tot een meter of twee bij me laten komen. Ze sprak met zachte stem tegen me en klonk echt ontzettend lief. Toch had ik het nog niet aangedurfd om me binnen ‘pakafstand’ te wagen. Maar vandaag moest het er maar eens van komen zo besloot ik. Mijn hart klopte in mijn keel, ik vond het ontzettend spannend. Bonzo en Tika verklaarden me nog steeds voor gek, maar hadden me die ochtend wel heel veel geluk gewenst. Ook zij snapten inmiddels wel dat mijn beste kansen bij die mevrouw lagen en dat mijn plan, hoewel riskant, zo dom nog niet was. We hadden in de afgelopen dagen ook al een paar keer afscheid genomen van elkaar. Ik wist immers niet wanneer hét moment daar zou zijn. Zij hielden zich allebei groot, ik had een traantje moeten wegpinken. Het waren mijn vrienden geworden, Bonzo was de vader van mijn kinderen en ze hadden me er in de voorbije maanden meerdere malen doorheen gesleept. Zonder hen had ik het hier buiten nooit gered. Ik was ze enorm dankbaar. Maar we wisten allemaal dat het buitenleven voor mij geen optie was. En al helemaal niet nu, met vijf kleintjes. Ik schudde mijn hoofd, stond op en liep vastberaden naar de tuin van de mevrouw van de witte jongen. Ik hoopte dat ze thuis zou zijn. Toen ik door het gat van de schutting de tuin inkroop, hoorde ik haar meteen. Ze was buiten, de planten water aan het geven. Ik bleef even zitten, moest nog heel even wat extra moed verzamelen. Het plan was om te gaan liggen, haar heel dichtbij te laten komen, me dan op mijn rug te rollen en haar mijn opgezette tepels te laten zien. Ik had geen andere manier kunnen bedenken om haar duidelijk te maken dat ik baby’s had. Ik bad dat ze het zou begrijpen…



Mevrouw was aan de andere kant van de tuin bezig met de planten. Ze gaf ze water en zong zacht. Af en toe riep ze iets naar de witte, dikke jongen achter het raam. Hij lag weer op de vensterbank... natuurlijk... en volgende haar loom met zijn ogen. Voorzichtig liep ik een paar meter de tuin in, naar de grote bloempot, waar ik me nog even achter kon verschuilen. Weer bleef ik doodstil zitten. Plotseling draaide ze zich om en keek mijn kant uit. Ze kon me niet zien, maar misschien had ze iets gehoord? Dit was het moment besloot ik. Ik haalde diep adem en kwam achter de pot uit. ‘Hey liefje’ zei ze meteen. ‘Ben je er weer? Blijf je dit keer voor me zitten? Mag ik dichterbij komen?’ Heel langzaam kwam ze mijn kant op. Er ging een siddering door mijn lijf, ik was zo gespannen. Nog drie meter, nog twee meter, nog één meter. Ze stopte. ‘Zo, dat gaat al beter hè?’ zei mevrouw. Voetje voor voetje schoof ze dichter naar me toe. Ik hield mijn adem in. Ze zakte door haar knieën en stak voorzichtig haar hand naar me uit. Ik bleef zitten. Ze raakte me heel zachtjes aan, aaide me over mijn bol en onder mijn kin. ‘Wat ben jij een mooi, lief meisje’ zei ze ‘hoe kom jij nou toch hier terecht? Ze zag dat ik rilde. ‘Och, arme schat, ben je zo bang voor me? Dat hoeft toch niet. Ik zal je echt niks doen hoor. Ik wil je alleen maar helpen. Mag dat? Wil je mijn hulp accepteren?’ Ja, dat wilde ik wel, kon ik haar dat maar zeggen. Kon ik haar maar gewoon mijn verhaal vertellen en haar meenemen naar mijn holletje. Ik zuchtte en ging liggen. Het was nu of nooit. Ik draaide me heel voorzichtig op mijn rug, mijn ogen bleven op haar gezicht gericht. Als ze me zou pakken, was het afgelopen. Plan mislukt. Ik strekte mijn pootjes, zodat ze mijn buik goed zou zien. ‘Wat een mooie buik. Mag ik je buikje kroelen?’ Plotseling stopte ze met praten. ‘Ojee, meisje, wat een grote tepels. Je hebt baby’s hè? Potverdorie. Ojee. Wat nu? Oh, schat, je kunt toch niet buiten leven met je baby’s. Wat verschrikkelijk!’ Ik zag dat haar ogen waterig werden. Waarom moest ze nou huilen? Even was ik in de war. Was ze zo geschrokken van mijn buik? ‘Liefje, je moet me laten zien waar je baby’s zijn’ zei ze toen. ‘Ik doe geen oog meer dicht voor jij en je baby’s van de straat af zijn. Het is veel te gevaarlijk.’ Plotseling stond ze op, liep naar haar huis en was weg. Naar binnen. Verbijsterd bleef ik achter. Wat was dit nou? Ik rolde om en ging zitten. Ik moest even nadenken. Mijn plan was geslaagd, ze wist nu dat ik kleintjes had. Maar nu? Ik had altijd alleen maar tot aan dit punt gepland. Ik was helemaal vergeten om te bedenken hoe het nu verder moest… Jemig, wat dom. 

Ineens ging de achterdeur open en kwam mevrouw weer naar buiten. Ze had een grote kartonnen doos in haar hand. Wat ze daarmee wilde doen wist ik niet. Ze liep naar de stoel op het terras, zette de doos op de grond en ging zitten. ‘Zo’ hoorde ik haar zeggen ‘nu wachten tot jij naar je nestje gaat liefje’. En dan? Ik begreep er niks van. Maar het zette me wel aan het denken. Mijn nestje, mijn baby’s. Ik had ze al veel te lang alleen gelaten, ik moest snel terug. Misschien kon ik vanavond nog een keer naar mevrouw komen, maar nu moest ik snel naar mijn kleintjes. Ik stond op, liep naar de schutting en kroop door het gat. Achter mij hoorde ik een poort open en dichtgaan, maar ik besteedde er op dat moment geen aandacht aan. Mijn holletje was niet ver van de tuin van mevrouw en een paar minuten later was ik blij om te zien dat mijn baby’s nog steeds sliepen, dicht tegen elkaar aangedrukt. Wat een slaapkoppen waren het toch! Het volgende moment voelde ik ineens twee handen op mijn rug. Ik schrok me wezenloos. Mevrouw had me stevig vast en drukte me tegen zich aan. ‘Goed gedaan liefje!’ zei ze. Ze lachte en haar ogen straalden. Ik raakte in paniek. Wat was ze van plan!? Ik probeerde me los te wrikken, maar ze hield me zo stevig tegen zich aangedrukt dat ik met geen mogelijkheid kon ontsnappen. Ze begon te lopen. Ze haalde me weg bij mijn kleintjes! Wat deed ze nu!? Nee!, schreeuwde ik, nee, nee nee! Ik krijste zo hard als ik kon, ik probeerde haar te bijten, te slaan. Ik wilde weg. Ik moest weg! Maar mevrouw hield me vast en was niet van plan me los te laten. Ik zag haar huis. Ze maakte de poort open met haar ellenboog, ze hield me nog steeds met twee handen stevig vast. Ze liep snel door, maakte de achterdeur open, we liepen door een gang, de trap op naar boven. Daar maakte ze weer een deur open en toen stonden we in een kamer. Met haar achterste duwde ze de deur dicht en zette me toen op de grond. Ik was eindelijk vrij, maar ik kon geen kant op. Ik zat opgesloten! ‘Doe maar rustig liefje’ zei mevrouw ‘het komt allemaal goed. Heus. Geloof me maar, vertrouw me maar.’ Ze deed de deur weer open en was weg, mij alleen achterlatend. Ik was radeloos. Mijn plan was helemaal mislukt! Het allerergste scenario was waarheid geworden. Ik was gescheiden van mijn baby’s. Ze waren nog veel te jong om alleen te overleven. Ze hadden me nog nodig. Hoe had ik zo stom kunnen zijn! Iedereen had me gewaarschuwd, gezegd dat mijn plan gevaarlijk was en ik had het tóch gedaan. Minutenlang heb ik rondjes door de kamer gelopen, op de vensterbank gesprongen, tegen de raam opgestaan, tegen de deur gekrabd tot mijn voeten er pijn van deden. Wanhopig op zoek naar een mogelijkheid om te ontsnappen. Tot ik ineens weer voetstappen op de trap hoorde en een paar seconden later de deur van de kamer weer openging. Daar was mevrouw weer, met de kartonnen doos. Ze zette hem voor me neer op de grond. Ik had het allang gehoord… Mijn baby’s! Ze had mijn baby’s opgehaald en ze in de doos gezet! Van pure opluchting begon ik te hyperventileren. ‘Ooooh, rustig maar liefje. Ik laat jullie nu even alleen. Doe maar rustig. Ik ga even wat water en iets te eten voor je halen. En dan ga ik de dierenambulance bellen.’ zei mevrouw. Het stukje over het water en eten had ik begrepen. Wat ze daarna had gezegd niet. Maar dat maakte niet uit. Mijn baby’s waren weer bij me. Ze had me mijn baby’s gebracht! Ik wist wel dat ze lief was. Ik wist het! Mijn adem werd weer rustig. Met een glimlach om mijn mond sprong ik in de kartonnen doos. Mijn kleintjes moesten eten en ik wilde ze ook heel erg graag even heel dicht bij me hebben.


Wordt vervolgd

Geen opmerkingen:

Een reactie posten