vrijdag 28 juni 2013

Waarom val ik altijd op de 'foute' mannen? Stoer, gespierd, donkerharig… en rijp voor een spoedcursus 'angermanagement'!

Ik ben verliefd, smoorverliefd. Al een dik jaar. Op een mooie, donkerharige man met prachtige ogen en een temperamentvol karakter. Zijn leven is niet over rozen gegaan – en dat is waarschijnlijk nog een understatement – en hij heeft dan ook nogal wat vertrouwensissues. Hij laat je liever niet te dichtbij komen. Hij is bang om weer gekwetst te worden. En dus misdraagt hij zich. Hij is luidruchtig en soms zelfs ronduit agressief. De aanval is immers de beste verdediging. Triest en frustrerend. Het is echt een knappe vent en hij lijkt zo schattig. Het liefste zou je hem lekker beet pakken en flink knuffelen. Maar dat laat hij dus niet toe. Hij is niet gediend van die intimiteit; dat heeft hij nooit geleerd, dan voelt hij zich bedreigd en dus doet hij alsof hij er geen behoefte aan heeft. Pff. Hoe dring je tot zo'n man door? Waarom hebben die mysterieuze, donkerharige types toch altijd zo'n enorme aantrekkingskracht? Zouden het die grote ogen zijn, waarmee hij je zo trouw kan aankijken? Die ogen, die verhalen vertellen die je eigenlijk helemaal niet wilt horen. Over pijn, eenzaamheid en onbegrip. Een vreselijk verleden, dat hem tekent voor het leven. Als vrouw voel je dan toch altijd de onbedwingbare behoefte om zo'n man te troosten, te veranderen, te laten zien dat het bij jou echt anders is… Ja, dat moet het haast wel zijn. Of het is gewoon de manier waarop hij steeds weer – ondanks alles – vrolijk kwispelend voor me staat en me uit pure opwinding en enthousiasme bijna in mijn nek springt. Mijn mooie, donkerharige man heeft namelijk vier poten en een staart. ;-) Vasek is zijn naam en hij is een dikke twee jaar geleden in het asiel terecht gekomen. Vanaf het begin was hij vrijwel onhandelbaar en dat is in de loop van het eerste jaar eigenlijk alleen maar erger geworden. Vasek was doodsbang voor voeten en riemen en viel vaak zonder waarschuwing uit naar beide. Maar ook een uitgestoken hand, zeker wanneer die vanuit de hoogte kwam, was niet veilig. Vasek is een ernstig getraumatiseerde viervoeter en we hebben hele sterke vermoedens dat hij in zijn leven niet veel liefde heeft gekend. In tegendeel. Waarschijnlijk is hij nooit goed gesocialiseerd, heeft hij een heel aantal jaren aan de ketting gelegen en de nodige trappen en slagen te verduren gehad. Bij die gedachte breekt toch je hart? Onbegrijpelijk waartoe sommige mensen in staat zijn. Niet zo verwonderlijk dus dat Vasek bij binnenkomst totaal geen vertrouwen had in mensen. Op basis waarvan zou hij dat moeten hebben? Ik weet eerlijk gezegd niet meer waarom ik me zijn lot op enig moment meer ben gaan aantrekken. Meer dan gemiddeld bedoel ik dan, want natuurlijk zijn alle dieren die in het asiel zitten me dierbaar en probeer ik ze allemaal te leren kennen. Bij de honden is dat meestal ook niet zo'n probleem. Bij de katten is dat soms wel een ander verhaal, zeker wanneer er in de zomer meer dan 250 zitten… Maar we behandelen ze allemaal als individuen, met een eigen wil en eigen behoeften. En het zou je verbazen om te zien hoeveel medewerkers ze allemaal bij naam kennen! Indrukwekkend. :-)


Vasek kon lange tijd alleen maar uitgelaten worden door met zijn riem een lus te maken en die van een afstandje om zijn koppie te hengelen. Als een soort van lasso dus. Afdoen was al helemaal geen optie.

Een dik jaar geleden bleek de situatie met Vasek zo erg te zijn geworden, dat bijna niemand meer zijn kennel in durfde. Het was niet zo dat hij iedereen die een voet in zijn buurt zette beet, maar hij gedroeg zich wel behoorlijk imponerend. Dat doet ie overigens nog wel. Hij springt, blaft hard en bijt in de riem. En hoewel het er niet al te vriendelijk uitziet en hij het je niet gemakkelijk maakt om naar binnen te gaan, weet ik inmiddels dat hij je echt niet zomaar zal bijten. Maar dan is het wel zaak dat je niet aarzelt en zeker niet je voet gebruikt om hem op afstand te houden. Dat is bij een hondje met zo'n grote angst natuurlijk vragen om problemen. Vasek heeft immers geleerd om aan te vallen als hij zich bedreigd voelt… Tegenwoordig wordt zijn hypergedrag vooral veroorzaakt door enthousiasme en de opwinding bij het vooruitzicht om naar buiten te mogen. Al ziet het er voor iemand die hem niet (goed) kent waarschijnlijk nog net zo 'angstaanjagend' uit als voorheen. :-) Natuurlijk was ik in het begin ook best onder de indruk van de manier waarop Vasek zich gedroeg (zo stoer ben ik echt niet), maar ik wist ook dat we iets moésten proberen om de situatie niet nog verder te laten escaleren. Bovendien had ik wel gezien dat hij je alleen wilde bijten als hij zich bedreigd voelde. Ik hoefde er dus 'alleen maar' voor te zorgen dat hij zich niet door mij bedreigd voelde. Dan kon ik proberen om zijn vertrouwen te winnen. Zo gezegd, zo gedaan… En rond april 2012 ging 'operatie Vasek' van start. Wordt vervolgd…

maandag 24 juni 2013

Het is niet eenvoudig… een huishouden runnen met 7 katten

Ik zorg nu een jaar of drie voor Mickey en Oelie en natuurlijk zou ik ze niet meer willen missen. Mickey woont het grootste deel van de tijd buiten. Helaas. Dat bezorgt me behoorlijk wat kopzorgen. Want in tegenstelling tot Siep blijft hij niet veel in mijn tuin en dus ben ik blij als ik hem in elk geval één keer per dag zie. Zo niet, dan ga ik hem zoeken. De buurt rond, beginnend bij de frietzaak, waar hij soms met zijn neus tegen de ruit gedrukt naar binnen zit te kijken. De schooiklep! Haha. In de winter heeft hij wel lekker veel binnen gelegen, boven op zijn kamer. Het liefst op 'zijn' plekje in de klerenkast, dat ik speciaal voor hem heb ingericht. Tja… Maar met mooi weer zie ik Mickey niet zo heel erg veel. Het is een echte buurtkat. Bijna iedereen kent hem en – opvallend genoeg – vindt iedereen hem vreselijk lief. Naar vreemden toe is het ook echt een schat; mauwt lief, geeft kopjes en laat zich uitgebreid aaien. Ook de dagen dat hij in het asiel heeft gezeten, gedroeg hij zich voorbeeldig. Bij de mensen die hij goed kent en die hem verzorgen (ik dus) laat hij regelmatig zijn ware aard zien. ;-) Dan schreeuwt hij als een mager varken als je hem oppakt of mept en bijt als je hem te lang aait. Aardig hè. Toch hou ik heel veel hem. :-)

Zoekplaatje: hoeveel katten staan er op deze foto?

Oelie woont sinds een dik jaar definitief binnen. Het was niet mijn oorspronkelijke plan – gezien zijn gedrag naar de andere katten – maar wat doe je er aan? Hij wilde op een gegeven moment gewoon niet meer naar buiten… En ik kon hem toch moeilijk met dwang mijn huis uit werken. Af en toe mag Oelie wel nog even 'buiten spelen'. Dan laat ik hem, als hij er om vraagt, de kattenren uit. Maar alleen overdag en als ik thuis ben. Meestal ligt hij dan in de voortuin of op het dak van de ren. Wat hij eraan vindt weet ik niet, maar blijkbaar geniet hij op dat moment van zijn schijnbare vrijheid. Of misschien wil hij zijn huisgenoten, die de kattenren niet uit mogen, wel een beetje de ogen uitsteken. Ik zie hem er wel voor aan, want het is me een portret hoor. Met de komst van Oelie lijkt het wel alsof ik er ineens vier katten bij heb. ;-) Ik heb echt mijn handen vol aan hem; het is een dominante pestkop en een grote viespeuk. Hij krabt aan de meubels en de trap, met gaten en loshangende draden tot gevolg. Als hij gegeten heeft, of het nu brokjes zijn of blikvoer, ligt steevast een groot deel van zijn voer naast zijn bakje. En als hij op de kattenbak gaat, spaait hij iedere keer weer zeker de helft van de korrels uit de bak en verspreidt ze door de hal of de kamer. Natuurlijk het liefst net nadat ik de bak heb schoongemaakt en heb gestofzuigd. Dat hij zo in de bak aan het graven gaat, komt volgens mij vooral omdat hij zijn behoeften bijna altijd buiten heeft moeten doen. Ik dacht in eerste instantie dan ook dat dat de reden was waarom hij af en toe toch nog de tuin uit wilde. Dat hij het prettiger vond om buiten in het plantsoen te poepen en te plassen. Eerlijk gezegd hoopte ik dat ook een beetje (zou me veel werk schelen). Maar nee. Hij kan goed een paar uur buiten zijn, binnen komen, naar de bak rennen, er een puinhoop van maken en zich weer voor de poort melden om uitgelaten te worden. Hmm. Heel fijn.

Oelie heeft als bijnaam 'the bully'. Pestkop dus. Het is een grote, te dikke kater en zijn postuur en gedrag maken behoorlijk wat indruk op de andere katten. Dat hij te dik is, is overigens mijn schuld. Of althans, sinds hij binnen woont is hij veel aangekomen. Ik probeer echt om hem te laten afvallen (nog een reden waarom ik hem af en toe naar buiten laat - in de hoop dat hij meer beweegt), maar dat valt niet mee met zoveel katten in huis. Dus als iemand ideeën heeft? Oelie wil graag de baas in huis zijn en dat laat hij merken ook. Hij heeft inmiddels wel in de gaten dat het hem niet lukt om Gijs van de eerste plek te verstoten, dus die respecteert hij min of meer. Maar met Moor (de rechterhand van Gijs) ligt hij regelmatig in de clinch. Die twee zijn echt in een onderlinge strijd verwikkeld om de tweede plek. De arme Wiebel en Oscar jaagt hij vaak de stuipen op het lijf. Oscar maakt er nog wel eens een spelletje van – tot ergernis van Oelie – maar Wiebel laat zich echt intimideren. Het maakt niet uit hoeveel bakjes eten er staan, ze zijn allemaal voor Oelie. Hoeveel plekken er ook vrij zijn op de bank, als Oelie wil liggen maak je plaats. En hoelang ik hem ook heb gekroeld en geaaid, als ik één van de andere viervoeters knuffel, duwt Oelie zijn grote neus ertussen. Als Oelie naar buiten gaat, zijn het dak van de kattenren en de voortuin zijn territorium en speelt hij de baas over Siep. Dus ook die zet het op een lopen. Alleen voor Mickey, zijn stiefbroer, is hij lief. Kortom, Oelie is echt een lastpak en hij bezorgt me heel veel werk. Hij is bovendien koppig en aardig hardleers, maar – net als Mickey – heeft hij onvoorwaardelijk mijn hart gestolen. Het is een grote knuffelkont en hij slaapt het allerliefste op mijn hoofdkussen met zijn poot op mijn hoofd. Klinkt waarschijnlijk heel lief en schattig, en dat zou het misschien ook zijn, als hij er niet voortdurend bij zou trappelen. Zijn nagels in mijn gezicht en hoofd zet dus. En net als in al het andere dat hij doet, is hij ook daarin behoorlijk vasthoudend. De eerste 20 minuten in bed ben ik dus alleen maar bezig om de pootjes van Oelie uit mijn gezicht te houden. Tot we allebei geïrriteerd raken van de aanhoudende strijd en hij me beledigd zijn rug toedraait (en me zo'n beetje van mijn kussen duwt) of mokkend en mekkerend naar het voeteneind vertrekt.

Unieke foto: alle 7 tegelijk in beeld!

Pff. Het is niet eenvoudig hoor… een huishouden runnen met 7 katten. Al vind ik al die onderlinge complexe verhoudingen ook wel erg interessant en soms ronduit grappig. En ik houd mezelf altijd voor dat ze mij in elk geval wel allemaal als 'opperhoofd' zien… Maar ja, het blijven natuurlijk wel katten hè. Dus wie houd ik eigenlijk voor de gek. :-)

vrijdag 21 juni 2013

De vermiste Mickey komt na bijna 3 maanden weer thuis… Lang leve de chip! (deel 2)

Dagenlang heb ik naar Mickey gezocht, alle sites heb ik afgespeurd en wekenlang heb ik – zodra ik bij 'mijn' asiel was – eerst gekeken naar de nieuwe katjes die binnengekomen waren voordat ik ook maar iets anders ging doen. Niks. De hoop dat ik Mickey ooit nog terug zou zien werd steeds kleiner. Wat was dat een vreselijke periode. Na ruim twee maanden heb ik het eigenlijk een beetje opgegeven. Natuurlijk zat hij nog steeds in mijn hoofd, vergeten zou ik hem nooit, maar ik keek niet meer iedere keer onmiddellijk naar de nieuwe katjes op het asiel en ik reed ook niet meer iedere avond een extra rondje door de buurt. Bij het zien van iedere wit-zwarte vlek in de verte maakte mijn hart een sprongetje en de teleurstelling en de pijn waren steeds zo groot als bleek dat het Mickey niet was…

Half mei, zaterdagmiddag. De deurbel ging en toen ik de deur opende zag ik mijn achterbuurvrouw staan. Het eerste dat ze vroeg was: "Ben je Mickey nog steeds kwijt?" Ja dus. "Ik heb een brief gekregen van het asiel in Uden" zei ze "Nou ja, niet echt ik, hij is gericht aan de vorige bewoners." Kans om iets meer te zeggen heb ik haar niet gegeven (sorry buurvrouw), want ik heb de brief onmiddellijk uit haar handen gegrist om hem te lezen. Er stonden maar een paar regels, maar dat was voldoende: Mickey zat in het asiel! In MIJN asiel nota bene! Ik wist niet of ik moest lachen of huilen. Ik begreep er even helemaal niks van, maar was zo ontzettend opgelucht en blij. Wat bleek… Mickey was een paar dagen geleden in mijn asiel terecht gekomen. Hij was gevonden in een dorp verderop. Gelukkig aan de goeie kant van 'de grens', zodat hij dus door de dierenambulance naar mijn asiel was gebracht. Het erge is dat ik de dag ervoor nog op het asiel was geweest. En ik had dus sinds die week niet meer meteen naar de net binnengekomen katjes gekeken. Sukkel!! De beheerster had meteen gecontroleerd of Mickey gechipt was. Dat was zo, maar het telefoonnummer bleek niet meer te kloppen. (Moeder en dochter hadden de gegevens dus niet gewijzigd!) Dus had ze een brief gestuurd naar het adres dat in de databank stond. Het adres van mijn oude achterbuurman dus, wat ook het adres was geweest van de eerste eigenaar van Mickey. Mijn nieuwe achterbuurvrouw had de brief bijna ongeopend weggegooid, hij was immers niet aan haar geadresseerd en ze was het een beetje beu om steeds de post van de vorige bewoner door te sturen. Maar ze zag het logo van het dierenasiel en herinnerde zich dat ik een tijd daarvoor bij haar aan de deur was geweest, omdat ik op zoek was naar Mickey. Hulde aan haar goede geheugen en snelle gedachtegang! :-) Natuurlijk heb ik onmiddellijk naar het asiel gebeld. Mijn collega's daar vonden de hele situatie vooral hilarisch. Hoe dom kun je zijn… dan werk je in het asiel en geef je je eigen huisdier niet als vermist op. En dan ben je een dag eerder nog in het asiel geweest, maar heb je je eigen vermiste kater niet gezien! Ja, allemaal waar. Maar alle grappen en verwijten konden me op dat moment eigenlijk niet zo heel veel schelen. Mickey was terecht en dat was het enige dat telde! Hoe hij overigens beland is waar hij is gevonden weet ik nog steeds niet. Ik heb het vermoeden dat iemand hem bewust heeft meegenomen. Misschien omdat ze dachten dat hij geen baasje had? Geen slimme actie dus, hij is van mij verdorie! Waarschijnlijk is hij van zijn nieuwe adres weggelopen of hebben ze hem buitengezet, omdat hij toch niet zo leuk was als ze dachten… Ik weet het echt niet. Maar Mickey liep al 9 jaar in mijn buurt rond en was nog nooit weggelopen, dus ik ben er eigenlijk wel van overtuigd dat hij niet zelf naar het dorp een kilometer of 8 verderop is gewandeld.

Maar Mickey was gevonden en ik was zo blij! Toeval wilde dat we die avond een barbecue hadden voor alle medewerkers van het asiel. Dat ik het dus niet meer redde om voor sluitingstijd op het asiel te zijn, was gelukkig geen probleem. Alhoewel het me best zwaar viel om 'zo lang' te moeten wachten... Twee hele uren lang heb ik zo'n beetje zitten stuiteren op de bank en uiteraard was ik als eerste op het asiel voor de bbq. Haha. Helaas bleek de beheerster er nog niet te zijn en was de deur naar de quarantaine afgesloten. Pff. Best zenuwslopend. Wat als het Mickey toch niet bleek te zijn? Wat als ze een vergissing hadden gemaakt? Ik wilde gewoon zo snel mogelijk zekerheid en het duurde me allemaal veel te lang. Na een half uurtje ijsberen kwam gelukkig de verlossing… de beheerster met sleutel. :-) En daar, in één van de quarantainehokjes, zag ik na maar liefst tweeënhalve maand, mijn geliefde Mickey weer terug! Wat een ongelofelijk heerlijk moment. De bbq was ontzettend gezellig hoor, maar ik heb de avond grotendeels in een waas beleefd. Stiekem was ik blij toen ik rond een uur of één eindelijk met goed fatsoen naar huis kon… met Mickey!


Oelie vond het wel gezellig dat Mickey ook binnen woonde. Mickey was er niet helemaal blij mee...

Voor de zekerheid heb ik Mickey 6 weken binnengehouden. Hij had weliswaar 9 jaar in deze buurt rondgelopen, maar toch. Ik wilde geen enkel risico lopen. Het allerliefste had ik hem voor altijd binnen gehouden. Dat bleek echter geen optie, Mickey is een echt buitenkatje. Bovendien was het voortdurend strijd met de oude Gijs. Uiteindelijk heb ik Mickey dus weer naar buiten gelaten. Spannend was het wel en de eerste paar weken ben ik hem wel drie keer per dag gaan zoeken. Ik wilde hem elke paar uur toch even gezien hebben. Inmiddels is de rust wel weer wat wedergekeerd en heb ik weer wat meer vertrouwen, al vind ik het nog steeds geen ideale situatie. Gelukkig meldt Mickey zich – sinds zijn gedwongen opsluiting van 6 weken – wel regelmatig zelf voor de deur van de kattenren om naar binnen te komen. Dan gaat hij lekker een paar uur boven op 'zijn' kamer liggen en kan ik even opgelucht ademhalen, wetende dat hij voor dat moment in elk geval echt veilig is. 

Maar om nou te zeggen dat hij een vreselijke tijd had... :-)

dinsdag 18 juni 2013

De vermiste Mickey komt na bijna 3 maanden weer thuis… Lang leve de chip! (deel 1)

Een paar weken nadat ik Mickey en Oelie noodgedwongen 'geadopteerd' had, kreeg ik bezoek van de moeder van de eerste eigenaar van Mickey. Haar dochter (overigens een volwassen vrouw) had Mickey een aantal keer in de buurt zien rondlopen en maakte zich zorgen om hem. Ze vroeg zich af of hij nog wel een thuis had. Toen moeder bij mijn nieuwe achterbuurman ging informeren, is ze naar mij doorgestuurd. Ik heb haar het verhaal verteld van de verdwenen buurman, maar aan haar reactie te zien was ze daar al lang van op de hoogte. Zowel haar dochter als zij zijn er vermoedelijk 'gewoon' vanuit gegaan dat de nieuwe buurman de zorg voor Mickey wel over zou nemen. Een beetje een vreemde veronderstelling. Toch? Niet echt een gebruikelijke gang van zaken volgens mij. Toen ik haar vroeg waarom dochterlief Mickey niet zelf in huis nam, kreeg ik een wazig en ontwijkend antwoord. Duidelijk was in elk geval wel dat dat zeker niet de bedoeling was. Sterker nog, Mickey was gechipt en stond nog geregistreerd op naam van haar dochter. Dat was de eigenlijke reden dat moeder aan mijn deur stond… of dat gewijzigd kon worden, want haar dochter wilde absoluut niet gebeld worden als er iets met Mickey zou zijn. Daarom ga ik dus vaak veel liever met dieren om dan met mensen… dieren begrijp ik over het algemeen stukken beter… Wat lopen er toch rare exemplaren op deze aardbol rond… Enfin, ik heb moeder binnen gevraagd en haar mijn gegevens gegeven. En met de afspraak dat zij ervoor zou zorgen dat Mickey op mijn naam geregistreerd werd (haar dochter kende immers het chipnummer), is ze weer vertrokken. Geregeld, dacht ik. Nou nee, bleek een dik jaar later.

Mickey was bijna 3 maanden vermist

Eind februari 2012. Ik had Mickey al een dag of twee niet meer gezien. Bovendien stond zijn eten nog onaangeroerd in de schuur. Oelie woonde tegen die tijd inmiddels binnen, dus die had het niet op kunnen eten. Nu gebeurde het wel vaker hoor dat ik Mickey een paar dagen niet zag en zelfs dat hij zo af en toe een maaltijd oversloeg. Mickey is een echte buurtkater en zijn favoriete plek is de frietzaak zo'n 100 meter verderop. ;-) Als ik hem ga zoeken – wat vrij regelmatig gebeurt – begin ik dan ook altijd daar. Zo ook toen. Maar Mickey was er niet en niemand had hem gezien. En ik begon me echt een beetje zorgen te maken. Toen hij ook de volgende dag niet in de schuur was geweest om te eten, ben ik samen met mijn moeder een 'grootscheepse' zoektocht begonnen. Overal hebben we gezocht, uren hebben we rondgelopen. Ik heb bij verschillende huizen (waaronder mijn 'nieuwe' achterburen) aangebeld en gevraagd of ze Mickey gezien hadden. Omdat hij zo veel in de buurt rondliep, kenden veel mensen de gezellige wit-zwarte buurtkater. Maar niemand kon zich herinneren dat ze hem in de afgelopen dagen gezien hadden. Verdorie, wat zou er met hem gebeurd zijn? Allerlei scenario's speelden zich in mijn hoofd af. Het een nog vreselijker dan het ander. Ik heb posters opgehangen en Mickey als vermist opgegeven bij Amivedi en het asiel in mijn regio. Niet bij mijn eigen asiel; daar kon ik zelf wel in de gaten houden of hij binnenkwam. Dat bleek achteraf niet één van mijn meest slimme beslissingen te zijn… 

donderdag 13 juni 2013

Plotsklaps twee nieuwe huisgenoten. Met dank aan mijn achterburen.

In het huis waarvan de achtertuin grenst aan die van mij, hebben jarenlang een wisselend aantal mensen samengewoond. Van één van die mensen (een jonge vrouw) was kater Mickey, van een ander (een man) was kater Oelie. Toen de vrouw verhuisde naar een appartement een paar honderd meter verderop heeft ze Mickey 'overgedragen' aan het baasje van Oelie. Ik heb later nog een keer met haar moeder gesproken, maar het is me nooit duidelijk geworden waarom ze Mickey niet mee wilde nemen. Mickey en Oelie werden in elk geval stiefbroers en waren vanaf dat moment toevertrouwd aan de zorg van mijn achterbuurman. Ik ken de twee kattenmannen al een heel aantal jaren, want ze doken regelmatig op in mijn achtertuin. Mickey een paar keer per week, Oelie vanaf enig moment bijna dagelijks. Toen ik nog geen kattenren had, kwam Oelie ook af en toe naar binnen. In tegenstelling tot wat mijn achterbuurman mij altijd vertelde, was Oelie een echte mensenkat en dol op aandacht. Als het aan hem had gelegen had hij denk ik voortdurend bij mij binnen gezeten, maar hij was niet van mij en bovendien waren mijn eigen katten ook niet zo van zijn gezelschap gediend. Hij heeft inmiddels niet voor niets de bijnaam 'the bully' (pestkop in het Engels). ;-) Ik heb me in al die jaren best vaak zorgen om het duo gemaakt. Het huis waar ze woonden had geen kattenluikje en als ze rond een uur of elf 's avonds, na één keer roepen (al heb ik zelfs dat nooit gehoord), niet binnen kwamen, waren ze dus gedwongen de hele nacht buiten te blijven. In weer en wind, regen en kou. Ik heb er wel eens met de achterbuurman over gesproken, maar veel effect heeft dat helaas nooit gehad.

Mickey (boven) en Oelie in de achtertuin

Halverwege 2010, drie jaar geleden dus, viel het me op dat niet alleen Oelie, maar ook Mickey ineens wel opvallend vaak in mijn achtertuin zat. Het tweetal leek bovendien echt honger te hebben. Vreemd. Tot we er een paar dagen later achter kwamen dat het huis van mijn achterburen leeg stond. En tot mijn grote verbijstering bleek het baasje van Oelie en Mickey met de noorderzon vertrokken. Zonder zijn twee katten! Die had hij gewoon aan hun lot overgelaten. Wat was ik boos! Alles hebben we geprobeerd om te achterhalen waar mijn achterbuurman naartoe was gegaan. Zonder resultaat natuurlijk. Wat moest ik nu? Ik kon die twee toch niet zomaar buiten laten rondlopen? Geen dak boven hun hoofd, geen eten, geen zorg. Verdorie. Uit frustratie en boosheid hebben we zelfs de gemeente en de politie gebeld. Maar meer dan een "inderdaad schandalig mevrouw" en "u kunt ze naar het asiel brengen" heeft dat niet opgeleverd. Degenen die mijn vorige blogs gelezen hebben, weten dat het asiel voor mij geen echte optie is. Oelie en Mickey waren geen jonge katjes meer en daarnaast kon Mickey ook nog eens behoorlijk agressief reageren als je hem op wilde pakken of iets te lang aaide. Het asiel viel dus af. Naar binnen halen was ook geen geweldig idee. Mickey was een echt buitenkatje, die werd gek als hij voortdurend binnen moest zitten. En Oelie… tja… Oelie was een bully. Mijn huis is ook helemaal niet zo groot en het moest natuurlijk wel leuk blijven voor iedereen. Pfff. Langzaam begon zich echter een idee te vormen in mijn hoofd. Er moest gewoon een kattenluikje in de muur van de schuur komen. In de deur ging niet, want die kwam uit in de kattenren. Maar in de muur, dat kon wel. Dan konden ze gewoon via de achtertuin de schuur in. Het heeft heel even geduurd voor ik mijn vader zo ver had ("Hoe haal je het in je hoofd… in de muur!"), maar uiteindelijk heeft hij een keurig gat in de muur van de schuur gemaakt. Kattenluikje erin – want anders werd het natuurlijk veel te koud -, mandjes met dekens, eten en drinken in de schuur en klaar! Binnen twee dagen hadden Mickey en Oelie – met een beetje dwang van mijn kant - in de gaten hoe ze via het kattenluikje de schuur in en uit konden en op de derde ochtend vond ik ze diep in slaap in één van de manden. Plan geslaagd! :-)

Naar binnen... en weer naar buiten!

Inmiddels heb ik overigens een heuse 'kattenflat' in de schuur. Gemaakt door mijn vader. Vier lekkere, ruime hokjes met (in de winter) dikke wollen dekens en kussens. Ideaal. Voorlopig kan ik dus even vooruit. Laat die zwervers maar komen! ;-)

De kattenflat in de schuur :-)

maandag 10 juni 2013

'Beware of the cat!' - de kleine stoere kater houdt honden op afstand

Siep is nu al een paar jaar bij me. Het grootste deel van de tijd is hij rondom mijn huis te vinden; in de voor- of achtertuin. Oelie woont tegenwoordig namelijk binnen, dus heeft Siep zijn territorium uitgebreid. Tot grote ergernis van Mickey, die zich nu steeds moet verantwoorden bij Siep als hij voet in 'zijn' achtertuin zet. Siep vindt het ook heel gezellig om op het dak van de kattenren te liggen, vooral als de achterdeur openstaat. In de zomer ligt hij daar soms hele dagen. Lekker doezelen en soezen in het zonnetje, af en toe een snoepje, regelmatig een aai. Kortom, Siep woont dan wel buiten (waar ik nog steeds niet zo blij mee ben), maar hij hoort echt bij ons gezin. De truc met de 'tik tegen je achterbeen', die hij gebruikte toen ik hem voor de allereerste keer zag, kent hij nog steeds. Hij heeft hem in de loop der jaren alleen iets aangescherpt. Tegenwoordig springt ie meestal gewoon vol in mijn been, als hij niet wil dat ik naar binnen ga. Veel effectiever, want dan kan ik echt geen stap meer verzetten. Dat is nou nog eens een 'evolutie van kattenmanieren'. ;-)

Siep gebruikt het dak van de kattenren graag als hangmat.

Siep is geen grote kater en tot een maand of acht terug zou ik hem omschreven hebben als een kleine angsthaas. Siep is bang in een vreemde omgeving, bang van onbekende geluiden, rent weg voor vreemde mensen en gaat op de loop voor andere katten (met uitzondering van Mickey). Maar na onze ontmoeting met 'de vrouw met de grote labrador', heb ik mijn mening over hem toch moeten herzien. Ik had boodschappen gedaan en was net de tassen uit de kattenbak van mijn auto aan het halen. Siep zat, zoals gebruikelijk, bij me. Hij herkent mijn auto – waarschijnlijk het geluid ervan – echt van grote afstand. Soms zie ik hem al aan komen lopen als ik nog 100 meter ver weg ben. Maar goed, ook die keer zat Siep dus bij me terwijl ik bezig was met de boodschappentassen, toen ik een vrouw met een flinke labrador de hoek om zag komen. Ze was nog een meter of 20 van ons vandaan. De labrador zag Siep en wilde met volle vaart vooruit, richting Siep. Mevrouw had hem gelukkig stevig vast en ze stopte even, zodat ik de tijd had om Siep op te pakken en zij rustig kon passeren. Dat was althans het plan… Alleen dacht Siep daar anders over. In plaats van zich achter me te verstoppen (zoals ie dat met vreemde mensen en katten doet), liep hij naar het midden van de parkeerplaats, richting labrador. Heel rustig en koel. Toen ik hem riep, kwam hij niet. In plaats daarvan keek hij me aan met een blik die boekdelen sprak. Ik zweer het je, als hij had kunnen praten had hij beslist tegen me gezegd: 'Geen zorgen vrouwtje, ik regel dit wel!'. :-) En hoewel ik onder de indruk was, vroeg ik aan mevrouw of ze haar hond goed kort wilde houden en rustig langs wilde lopen. Als ze naderde, zou Siep wel weg rennen. Mevrouw zette één stap en Siep werd drie keer zo groot; hij ging op zijn tenen staan, zette de haren op zijn rug overeind en zwiepte zijn staart - die vier keer dikker was dan normaal - vervaarlijk en sloom heen en weer. Mevrouw zette nog een stap en Siep zette er twee, in haar richting welteverstaan. Oeps. Siep had écht 'ballen'. De labrador werd ineens ook een heel stuk minder enthousiast. Hij trok niet meer aan de riem en ging zitten. En toen Siep weer twee trage stappen in de richting van 'vrouw met hond' zette, deinsde de grote labrador zelfs achteruit. Wat mevrouw vervolgens ook zei of deed, het beest verzette geen poot meer. Tenminste niet in de gewenste richting, wel achteruit. Hij wilde er vandoor, weg van dat enge harige monster dat zijn weg versperde. Hahaha. Stiekem vond ik het toch wel erg komisch en was ik ook wel heel erg trots op mijn dappere kater. Uiteindelijk ben ik maar naar Siep toegegaan en heb ik hem opgepakt, zoals mijn oorspronkelijke plan ook was. Alleen nu niet voor de veiligheid van mijn kleine kater, maar voor die van de grote labrador. ;-) Het duurde overigens nog even voordat die laatste viervoeter voldoende moed had verzameld om langs te durven lopen. Ik ben, met Siep in mijn armen, helemaal achter mijn auto moeten gaan staan. Gelukkig kon mevrouw er ook wel om lachen. "Dat zal hem leren" zei ze "voortaan zal ie wel twee keer nadenken voordat ie achter een kat aan gaat." Ik ben benieuwd, misschien heeft Siep hem inderdaad wel een lesje geleerd. Zijn optreden heeft er in elk geval voor gezorgd dat ik mijn 'kleine angsthaas' nu met hele andere ogen bekijk. 

Evenals overigens Mickey en Oelie. :-)

donderdag 6 juni 2013

Een kater kiest zijn eigen (t)huis

Siep is een fantastisch katertje. Een enorme kroelkont en een echte grapjas. Er is slechts één klein probleem: Siep wil onder geen enkele voorwaarde naar binnen. Ik heb het echt een heel aantal malen geprobeerd, maar hij raakt compleet in paniek. Nou kan dat met de juiste aanpak en veel geduld allemaal best goed komen hoor, alleen wil mijn oude Gijs absoluut niet nog een viervoeter in huis. Hij valt Siep voortdurend aan, met als gevolg nog meer angst en paniek bij Siep en nog meer pijn en ongemak bij Gijs (die zoveel 'actie' eigenlijk helemaal niet meer trekt, maar zich natuurlijk niet wil laten kennen). Ik heb wel een tijdje in tweestrijd gezeten. Moest ik koste wat het kost mijn zin doordrijven en Siep naar binnen halen of moest ik luisteren naar wat mijn katten me 'vertelden'. Ik heb voor het laatste gekozen, voorlopig dan. Als het echt nodig is – bijvoorbeeld met oud en nieuw of zoals nu omdat hij ziek is - zit Siep binnen in een aparte kamer, de rest van de tijd mag hij lekker buiten wonen. Daar is hij duidelijk happy en in huis is het zo een stuk rustiger.

Natuurlijk kon ik Siep niet zomaar buiten laten lopen, hij moest wel een goede schuilplek krijgen. En dus moest er een huisje voor Siep gemaakt worden. In de voortuin, want in de achtertuin kwam Siep ook niet. Daar zaten Oelie en Mickey te vaak, de katten van de achterburen. Het is soms echt schipperen met al die katten hier hoor… Ik heb het plan 'een huisje voor Siep' strategisch bij mijn vader 'in de week' gelegd. Zijn enthousiasme over mijn kattenideeën is meestal namelijk net wat minder groot dan het mijne. ;-) Net als bij de kattenren, de kattenluikjes, de kattenklimwand, het kattenhokkertje (zodat de oudjes makkelijker op bed kunnen komen) en al die andere fantastische ideeën, moest ik dus ook het 'huisje voor Siep' voorzichtig introduceren. Met hulp van mijn moeder, mijn vaste medestander als het om ideeën voor de katten gaat. :-)

De 'kattenklimwand'; een van mijn eerdere ideeën

Maar, een dikke week nadat ik mijn idee voor het eerst geopperd had, stond er een klein huisje in de voortuin! Waterdicht en geïsoleerd. Zoals altijd maakt mijn vader uiteindelijk toch alles. Geweldig, zo'n pa! Het is maar goed dat hij toen nog niet wist dat hij een klein jaar later weer aan de slag moest. Haha. Siep kreeg op enig moment namelijk gezelschap van Gizmo. Een wit-zwarte kater, schuw en bang. Duidelijk een zwerver. En toen Gizmo een maand later nog steeds iedere dag in mijn voortuin zat, moest ook hij natuurlijk een eigen huisje krijgen. Het was winter en ik kon hem toch moeilijk in de ijzige kou en de natte sneeuw laten zitten. Dus bouwde mijn vader een luxe huisje, want Gizmo was een stuk groter dan Siep. Ik was helemaal blij, mijn twee 'buitenmannen' zaten nu droog, warm en veilig. Helaas heeft Gizmo niet heel lang gebruik gemaakt van zijn nieuwe villa, want na een maand of vier is hij weer verder getrokken. Of misschien wel gelukkig. Ik heb namelijk het idee dat hij ergens in de buurt een eigen thuis gevonden heeft. Op een gegeven moment kwam hij steeds minder vaak. Eerst om de dag, toen twee of drie keer in de week en uiteindelijk niet meer. Ik denk dat hij langzaam afscheid heeft genomen van me. Ik hoop van harte dat het hem goed gaat! Siep was er overigens niet zo rouwig om; die heeft 'villa Gizmo' onmiddellijk ingelijfd en maakt nu dankbaar gebruik van zijn twee huizen. De ene week slaapt hij in het ene, de andere week in het andere. Op basis waarvan hij zijn keuzes maakt, weet ik niet. Maar het is iedere keer weer een verrassing uit welk huisje hij nu weer te voorschijn komt. 

Het eerste huisje van Siep

maandag 3 juni 2013

Het mysterie van de zwerfkatten… Welkom Siep!

Het was januari 2010 toen ik Siep voor de eerste keer zag. Een niet al te groot, cypersgrijs katertje. Hij zat in mijn voortuin en mauwde klaaglijk. Toen ik dichter naar hem toeliep, kroop hij onder de struiken. Mijn voortuin is – evenals overigens mijn achtertuin – een soort van mini-jungle, dus verstopplekjes genoeg. ;-) Ik besloot weer naar binnen te gaan en hem met rust te laten. Vast een nieuw katertje uit de buurt dacht ik, want hij zag er best goed uit. Toen ik me omdraaide en de klink van de poort naar beneden duwde, kwam Siep echter weer tevoorschijn. Hij tikte me snel tegen mijn been en schoot weer onder de struiken. Dit herhaalde zich een keer of drie. Steeds als ik hem wilde aaien, schoot hij weg en als ik me omdraaide kwam hij weer tevoorschijn en tikte me achter tegen mijn been. Hij wilde blijkbaar niet dat ik wegging, maar ik mocht ook niet al te dichtbij komen. Nou gaat mijn liefde voor katten echt heel erg ver, maar ik kon toch moeilijk de hele avond buiten in de kou bij hem blijven staan. Dus uiteindelijk toch maar naar binnen gegaan. Siep zou zich wel redden, die zag er echt niet uit alsof hij al een hele tijd op straat gezworven had. Hij zou zo echt wel weer naar huis gaan. Hoopte ik… Maar de volgende ochtend was Siep er nog. En ook in de dagen die volgden verbleef hij het grootste deel van de tijd in mijn voortuin. Of op het dak van de kattenren, waar hij lag te wachten tot ik naar buiten kwam. Om dan heel snel van de schutting naar beneden te springen en hard te gaan mauwen.

Siep

Ik heb echt mijn best gedaan om te doen alsof Siep 'gewoon' een van de vele buurtkatjes was, dat hij mijn hulp niet nodig had, maar na een week of drie kon ik mezelf niet langer voor de gek houden… Siep was een blijvertje. Ik voelde het aan alles. Begrijpen deed ik het echter niet. Hoe was het toch mogelijk dat er zoveel zwerfkatten in mijn tuin terecht kwamen? Ik had geen boerderij en ik woonde niet in het buitengebied, mijn huis stond middenin een doodnormale woonwijk. Maar Siep was nummer zoveel – ik was de tel inmiddels kwijtgeraakt – en dit kon toch geen toeval meer zijn? Volgens sommige mensen was het dat ook niet en werden al die katten gewoon voor mijn deur gedumpt. Anderen waren ervan overtuigd dat ze door een 'hogere macht' naar mijn huis werden geleid, omdat ze hulp nodig hadden en een plek om op adem te komen. Uiteraard heb ik voor geen van beide beweringen bewijs kunnen vinden. ;-) Hoe dan ook… de zwerfkatten bleven komen. Aan het werk dus maar weer; het bekende rijtje afwerken: rondvragen in de buurt, naar de dierenarts voor chipcontrole, foto's maken, posters ophangen, als gevonden doorgeven bij dierenasielen en Amivedi… Helaas zonder resultaat. En dus was mijn 'gezin' weer een viervoeter rijker. Welkom Siep!

Mensen vragen mij overigens best vaak waarom ik al die zwerfkatjes niet 'gewoon' naar het asiel breng. Ik werk er tenslotte zelf. Een legitieme vraag. De belangrijkste reden is dat ik het asiel waar ik ze formeel naartoe moet brengen – omdat mijn woonplaats in haar regio valt – niet vertrouw. Misschien leg ik dat later nog wel eens uit. Voor de bange en schuwe exemplaren zou het in elk geval het eindstation zijn. Maar ook andere katten zouden daar hun leven niet zeker zijn. Een risico dat ik dus nooit zal nemen. Naar het asiel waar ik werk mag ik ze formeel dus niet brengen, al zou er natuurlijk best wel wat te regelen zijn. Het zit alleen bijna altijd bomvol. Niet zo gek, want alle katten die binnenkomen, blijven daar wonen totdat ze een goed thuis gevonden hebben (anders zou ik er ook niet werken). De weinige plekken die ze daar nog hebben, laat ik dan liever open voor de katjes die echt in nood zijn. Dat is bij 'mijn' zwervertjes niet het geval. Ik verzorg ze goed en ik durf best te zeggen dat ze bij mij minstens net zo goed zitten als in het asiel waar ik werk. Natuurlijk zorg ik er wel voor dat ze bij alle asielen in de regio en Amivedi als 'gevonden' vermeld staan. Mocht de eigenaar zich daar melden, dan weten ze mij te vinden. Als het asiel tenminste haar werk goed doet…