zondag 19 januari 2014

Het verhaal van een langzitter… Svenja (deel 9)

Het asiel waar ik als vrijwilliger werk heeft een anti-inslaapbeleid. Er worden dus geen dieren ingeslapen alleen omdat ze ‘te bang’ zijn of ‘te lang’ in het asiel zitten. Gelukkig maar. De keerzijde daarvan is natuurlijk wel dat we altijd een aantal honden of katten hebben zitten die al heel lang op een warm thuis wachten. Zoals Svenja (onlangs geplaatst!), Diza (onlangs geplaatst!), Pino en Bontje (onlangs geplaatst!). De vier katjes die al meer dan een jaar in het asiel wonen. Echt geen enorm vervelende exemplaren. Integendeel. Het zijn stuk voor stuk lieve katten. Alleen een tikje eigenzinnig misschien. ;-) Maar dat maakt ze naar mijn mening nou juist zo leuk. Waarom ze er dan al zo lang zitten? Geen idee. Echt niet. Gewoon domme pech denk ik soms wel eens. Dus misschien helpt het ze wel als ze zelf hun verhaal kunnen vertellen. Van de periode voor ze in het asiel terecht kwamen, weten we vrijwel niets. Dat deel is dan ook gebaseerd op redelijke aannames en een beetje fantasie. J
Het verhaal van Svenja is representatief voor het verhaal van zovele jonge moeders die tegen wil en dank buiten moeten zien te overleven... De meeste van hen begonnen hun leven als geliefde huiskat, maar zijn op enig moment - om wat voor reden dan ook - op straat beland. Niet gechipt en niet gesteriliseerd... 
Het woord is aan Svenja

Svenja is een beeldschone lapjesdame. Ze op 13 augustus 2012 in het asiel terecht gekomen, samen met haar 5 kleintjes. Haar geboortedatum is geschat op 21 augustus 2009. Svenja vertelt zelf haar verhaal.



De grote verhuizing. Die dag staat in mijn geheugen gegrift. Een dag vol tegenstrijdige emoties; vol verwarring, angst en verdriet, maar uiteindelijk ook opluchting en blijdschap. Ik dacht te weten wat me te doen stond. De vreemde mensen die regelmatig langs de kooien liepen, kozen steeds één of twee kleintjes uit en gaven ze een thuis. Dat wilde ik ook voor die vijf van mij. Dus de volgende keer dat er mensen kwamen, moesten we gewoon heel erg ons best doen om op te vallen. Ze moesten ons heel leuk en lief vinden en dan zouden ze hopelijk één of twee van mijn hummels uitkiezen. Dan hadden ze een kans op een warm thuis en een gelukkig leven. Dat gunde ik ze zo. Maar het liep allemaal anders dan ik had gedacht…

Op een ochtend, ik denk dat het een week of vier, vijf was nadat we hier waren binnengekomen, kwamen twee van onze ‘verzorg-mevrouwen’ met drie mandjes naar onze kooi gelopen. Die mandjes betekenden meestal niet veel goeds en ik voelde mijn buik samentrekken. Wat nu weer? Ik dacht dat ik eindelijk snapte hoe het hier werkte? Had ik het nog steeds niet begrepen dan? ‘Lieve Svenja’ zei één van de mevrouwen tegen me ‘vandaag is een belangrijke dag. Je kleintjes zijn groot genoeg om op eigen pootjes te staan. Jij verdient weer een beetje vrijheid meisje en een beetje meer ruimte.’ Wat bedoelde ze daarmee, vrijheid en meer ruimte? Zou ze ons weer buiten zetten? Dat was niet volgens plan, dat was niet wat ik wilde! Dat was toch niet waarom we alles hadden doorstaan!? Ik werd zenuwachtig en mijn maag begon een beetje raar te doen. ‘Doe maar rustig liefje’ zei de mevrouw. ‘Er gaat niks engs gebeuren. Je gaat naar een eigen kamer en je kleintjes ook. Zij gaan naar de peuterkamer en jij naar de kattentuin.’ Peuterkamer? Kattentuin? Ik had geen idee waar ze het over had. Ze klonk heel rustig en lief, maar vertrouwen deed ik het niet. ‘Tijd om afscheid te nemen van je hummels’ zei ze ineens. Afscheid? Mijn hart klopte in mijn keel. Ojee, ojee, wat ging er toch allemaal gebeuren? Ik probeerde kalm te blijven, voor mijn kleintjes. Ik wilde niet dat ze de paniek zagen die ik vanbinnen voelde. Dag mijn liefjes, dag kleintjes, dag baby’s. Het is tijd om alleen verder te gaan, zonder mama. Het is tijd om op avontuur te gaan. Ik sprak ze zacht en geruststellend toe. We hadden dit gesprek in de afgelopen weken gelukkig al vaker gevoerd, ze waren dus al een beetje voorbereid. Steeds als een van de kleintjes uit een van de andere kooien met vreemde mensen vertrok, had ik ze uitgelegd dat er in het leven van elke kattenbaby een moment komt dat hij afscheid moest nemen van zijn moeder. Dat hij dan groot en sterk genoeg was om een eigen leven te leiden. Dat dat normaal was en goed en gezond. We hadden het 'het grote avontuur' genoemd. En voor mijn kleintjes was dat avontuur nu aangebroken.

Ze jammerden een beetje toen ze één voor één in het mandje werden gezet. Mijn hart brak. Niet alleen vanwege het afscheid, want ik wist dat dat onvermijdelijk was en ergens was ik er ook wel aan toe. Maar de onzekerheid, niet weten wat er met ze ging gebeuren, maakte me intens verdrietig. Uiteindelijk werd ik zelf ook in een mandje gezet. De mevrouwen pakte ons op en we verlieten de ruimte waarin we al die weken gewoond hadden. Toen we de deur uit waren, gingen we naar rechts, verder het gebouw in. Ze brachten ons dus niet naar buiten! Na een paar stappen stopten we. ‘Vanaf nu wonen je kleintjes hier Svenja’ zei één van de mevrouwen tegen me, terwijl de andere mevrouw met de twee mandjes waarin mijn hummels zaten een kamer binnenging. Ze hield mijn mandje tegen het glas van de deur en liet me naar binnen kijken. Een kamer. Een gewone kamer! Echt niet buiten dus. Er lagen dekens en kussens en er stonden mandjes en krabpalen – die kende ik nog van vroeger thuis. En de vloer lag bezaaid met balletjes en muisjes. Wat zouden ze dat leuk vinden! Er zaten al een paar andere kleintjes in de kamer. Ze kwamen op de mevrouw, die naar binnen was gegaan, afgerend. Ik zag nog net hoe de mevrouw de mandjes met mijn kleintjes op de grond zette en de deurtjes openmaakte. Toen liepen we weer verder en dat was dat. Dat was het laatste wat ik van mijn baby’s te zien zou krijgen. Ik voelde me nog steeds verdrietig, maar de paniek was verdwenen. Het was goed zo. Mijn kleintjes zaten nog steeds veilig binnen. Ze hadden nog steeds een kans op een thuis. Want ik wist inmiddels wel dat het niet de bedoeling was dat alle katjes hier zouden blijven wonen. Ja, het was goed zo…

Svenja in haar nieuwe kamer

Een minuut of wat later maakte de mevrouw een deur open en stonden we in een klein halletje met een aanrecht. Toen maakte ze nog een deur open en zag ik een kamer. Ook hier lagen dekens en kussens en stonden er mandjes op de grond. Ik zag plankjes aan de muur en een grote krabpaal. Maar ik zag ook zeker acht paar kattenogen die nieuwsgierig mijn kant uit keken. Ik slikte, die vreemde volwassen soortgenoten maakten me een beetje nerveus. ‘Met je kleintjes komt het echt wel goed lieverd’ zei de mevrouw terwijl ze mijn mandje op de grond zette en het deurtje openmaakte. ‘Het is nu weer tijd voor jou, je mag weer aan jezelf denken meisje. We zullen heel goed voor ze zorgen en ze zullen zeker snel een fijn thuis krijgen. Je hebt ze zo goed opgevoed. Ze zijn zo leuk. Jij kunt nu een beetje tot rust komen en er komen ook voor jou vast snel hele lieve mensen.’ Ik hoorde de mevrouw praten en ik hoorde ook wel wat ze zei, maar inmiddels stond er een reusachtige zwart/witte kater op nog geen meter van mijn mandje die mijn aandacht een beetje opeiste. Wat een grote kerel! Zeker zo groot als Bonzo, bedacht ik. Hij keek niet onaardig, hij zei alleen niks en dat maakte me een beetje onzeker. Ha-al-lo stamelde ik. Ik durfde mijn mandje niet uit. ‘Tim’ zei de mevrouw ‘maak eens even dat je wegkomt jongen. Je ziet toch dat Svenja het eng vindt als jij met je snufferd voor haar mandje staat. Laat haar eens even rustig wennen hier. Aan de kant.’ Tim draaide zich om en liep weg. Tim… zo heette hij dus. Voorzichtig stak ik mijn hoofd uit het mandje. Ik keek naar links en naar rechts en besloot het maar te wagen. Ik liep langzaam de kamer in en ging zitten. Ik moest even alles op me laten inwerken. Ik keek rond en zag nog een deur. Hij stond open en ik zag een soort van tuin, met een bank en een of ander klimtoestel en allemaal mandjes. Hmm, niet slecht. Het was niet zo verkeerd hier. Ik liep naar buiten en sprong op de bank. Ik kroop in het hoekje en sloot mijn ogen. Wat een dag. Even rust…


Wordt vervolgd

Geen opmerkingen:

Een reactie posten