Juni
2009, 's avonds rond een uur of negen. Ik was de planten buiten water aan het
geven toen ik ineens een wel heel slank, wit-zwart katje bij de brokjes voor de
egels en de vogels zag zitten. Nu staan die laatste twee diersoorten niet echt
bekend om hun uitstekende tafelmanieren en de meeste katten wagen zich dan ook
niet aan het 'brokjes-met-zand-blaadjes-en-vogelpoep-menu'. Tenzij ze echt
uitgehongerd zijn… Zoals Oscar. En zoals Moor een paar jaar daarvoor. Oscar was
zo mager en had zo'n ingevallen bekkie, dat ik zeker een week of twee heb gedacht
dat het een heel oud katje was. In werkelijkheid bleek het dus een broodmager
katertje van een jaar of vier oud te zijn. Hij droeg een versleten zwart
vlooienbandje, hij moest dus ooit een thuis hebben gehad. Maar aan zijn
uiterlijk te zien, was hij daar al een flinke tijd niet meer geweest. Gaan we
weer, dacht ik nog. Eerst maar eens een fatsoenlijke maaltijd voorzetten. Dan
zien we wel weer verder. Bang was Oscar niet. Hij kringelde als een bezetene
rond mijn benen en liet zich heel graag aaien. Later bleek dit vooral
opportunistisch gedrag te zijn; voor mijn buurtbewoners rende hij weg en ook nu
– in huis – is het helemaal niet zo'n kroelkont. ;-) Ach, hij begreep het
principe 'don't bite the hand that feeds you' gewoon heel erg goed. Dat kan ik
hem ook niet kwalijk nemen. Oscar bleef in de dagen die volgden terugkomen en
kroop als het regende en 's nachts zelfs in één van egelhuisjes om te schuilen.
Dus daar maar een dekentje ingelegd, zodat hij in elk geval een lekker plekje
had. Ik besloot het even aan te zien. Ik had namelijk al wel vaker zwervertjes
op doortocht gehad, die mijn tuin een paar weken als veilige haven gebruikten;
een plek om op krachten te komen. Meestal trokken ze daarna weer verder. Ik
hoop naar huis, dat vind ik wel een prettige gedachte.
Oscar toen ie net bij me was. Zijn ingevallen bekkie is hierop nog goed te zien. |
Een
kleine week nadat ik Oscar voor de eerste keer had gezien, ging op
zondagochtend de deurbel. Shit, ik liep nog in mijn pyjama en had nog niet eens
mijn haren gekamd. Ik ben een écht avondmens; de ochtend is niet mijn meest
favoriete deel van de dag… Ik wilde eigenlijk niet openmaken, maar een paar
minuten later ging de deurbel weer. Hard en lang. Verdorie, dan moest het wel
belangrijk zijn. Toen ik de deur opende, zag ik een – voor mij – vreemde man en
vrouw. Het echtpaar kwam uit het Noorden van het land en was al meer dan een
jaar op zoek naar hun wit-zwarte kater. Het beestje was tijdens een vakantie in
Brabant weggelopen. Vanaf dat moment waren ze dus wanhopig op zoek naar hem. Ze
hadden hem overal als vermist opgegeven, posters opgehangen en zelfs een
beloning uitgeloofd. Een paar tips wezen in de richting van het dorp waar ik
woon en dus waren ze hier al een paar dagen aan het zoeken. Van een aantal
buurtbewoners hadden ze gehoord dat er sinds kort een vreemd wit-zwart katertje
rondliep en via via via waren ze bij mij uitgekomen. "Vraag maar eens bij
het kattenvrouwtje" … "Zij weet beslist waar dat wit-zwarte
zwervertje zich ergens schuilhoudt." … Het kattenvrouwtje. Ik viel even
stil en kreeg onmiddellijk een beeld voor ogen van een eenzame, eigenaardige
oude vrijster omringd door 40 katten. Het kattenvrouwtje. Daarmee bedoelden ze
mij dus. Ik besefte me ineens ook heel erg goed hoe ik eruit moest zien, in
mijn badjas en met haren die alle kanten op stonden. Mevrouw moet de twijfel op
mijn gezicht gezien hebben, want ze haastte zich om te zeggen dat het goed
bedoeld was en dat de mensen uit de buurt hen verteld hadden dat ik altijd
zwerfkatten en kittens opving. Hmm, ik had inderdaad al best wat zwerfkatjes op
een of andere manier geholpen en ik had een tijdje geleden inderdaad ook twee
kittens - die in mijn voortuin gedumpt waren! - naar het asiel gebracht. Maar
om nou te doen alsof ik hier een heel leger katten had zitten… Helemaal blij
met het beeld dat de buurtbewoners blijkbaar van mij hadden was ik nog steeds
niet. Maar goed, het ging om een verloren kat en dus slikte ik mijn trots
dapper in. ;-) En bovendien hadden de mensen uit de buurt in één ding gelijk…
ik wist inderdaad waar het vreemde wit-zwarte zwervertje zich schuilhield: in
mijn tuin. Bij het zien van de foto van hun vermiste viervoeter zag ik echter
meteen dat het Oscar niet was. En om eerlijk te zijn, baalde ik op dat moment
echt enorm. Ik had het ze zo graag gegund. Dit echtpaar, dat stad en land afliep
op zoek naar hun geliefde huisdier. Wat had ik ze graag Oscar in de armen
gegeven. Want in tegenstelling tot een paar jaar daarvoor bij Moor, had ik in
deze mensen – die er zo veel voor over hadden om hun kater te vinden – echt
alle vertrouwen. Verdorie. Waarom moet dit nou altijd zo. Zo veel mensen zijn
wanhopig op zoek naar hun verloren viervoeter, doen er echt alles aan om hem
terug te vinden, maar slagen daar niet in. Terwijl aan de andere kant duizenden
katten op straat worden gevonden en in het asiel belanden, zonder dat er ook
maar één iemand naar hen informeert… Dit soort dingen frustreren me dus echt
enorm. Dit moet toch anders kunnen!? Ja, verplicht chippen voor katten, roept
iedereen dan. En ze hebben gelijk hoor. Daar ben ik ook een groot voorstander
van. Maar als mensen niet eens de moeite nemen om bij de asielen in de regio te
informeren of hun vermiste kat daar toevallig zit…
Oscar na een week of twee |
Nadat
ik had beloofd op verschillende plekken nog wat posters voor ze op te hangen en
naar hun kater uit te kijken, vertrok het diep teleurgestelde echtpaar. Ik had
met ze te doen. De volgende dag ben ik meteen met Oscar naar de dierenarts
gegaan, om te kijken of hij gechipt was. Ik wilde niet meer afwachten, wat als
ook hij ergens zo vreselijk gemist werd? Ook al stond hij nergens als vermist
opgegeven, want dat had ik al gecheckt. Helaas, Oscar bleek niet gechipt. En dus
kwamen er weer foto's en posters en werd ook Oscar als 'gevonden' doorgegeven
bij de dierenasielen in de regio en op Amivedi. Ik begon inmiddels veel te bekend
te raken met dit ritueel…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten